Java grafieken voor Opendata

Zoals een boom na een voltooid leven zelf naar de zagerij gaat? Laatste wens, parket. Allemaal om die verdomde D66-houthakker maar te ontlopen?

Andere uiterste, zonder computer zoeken in kranten en tijdschriften, op internet en tv naar foto’s van bekende Nederlanders die voor hun boekenkast staan. Via straten met namen van schrijvers, straten waar schrijvers wonen en een boek over straatnamen nu door naar idem het eigen boekenbezit:

Onderschrift

Een blik in de boekenkast van Peter Buwalda, de schrijver van het net-niet-price-winning meesterwerk Bonita Avenue. Mijn god, wat een fijne verzameling heeft die man zeg! Ingezoomd op de titels blijkt dat Buwalda zo’n beetje alles leest als het maar hardcore literatuur is. Met behulp van onze onmisbare loep en een uitvergrote scan is het ons gelukt om een groot aantal titels te identificeren.

In die lijst staan twee opvallende boeken: een nummer van het voetbalblad ‘Hard Gras’, en een biografie over André Hazes getiteld ”n Vriend’. O ja, misschien leuk voor mensen die deze rubriek al vaker hebben gelezen: de verzamelde interviews van Ischa Meijer staat ook bij Buwalda in de kast. Die kwamen we al eerder tegen bij Nico Dijkshoorn en Cornald Maas.

Zal toch wel van de beschikbare foto’s afhangen of het een beetje wil lukken. Hier is er nog eentje van een behoorlijke resolutie en waar Coetzee ook in vertegenwoordigd zou zijn, alleen helpt dat niet.

Maar met voldoende beeldmateriaal van ruggen van boeken moet hier softwarematig meer mogelijk zijn. Staat helaas nooit op de rug van een boek maar er zijn app’s die al genoeg hebben aan een glimp van de ISBN-streepjescode via het cameralensje van de telefoon. Met de informatiedichtheid van alle andere pixels op de gemiddelde rug van een boek zou je toch ook een heel eind kunnen komen?

Mijn handen jeuken, zo’n nutteloos en tegelijk heel nuttig project, denk aan de al die samengebalde kennis waarin jij gaat delen en die je zeker ook deels weer gaat doorgeven maar zou er voor het schrijven van software eigenlijk wel evenveel aandacht zijn als voor literaire auteurs?

Afgelopen zondag “Lo and Behold” van Werner Herzog voor een tweede keer gezien op de Belgische tv. Op gegeven moment daarin ene “Danny Hillis, Computer Scientist”:

Historians I think will also see an interesting thing. They’ll probably call the time around now the Digital Dark Age. It will be very mysterious because a lot of things happened quickly but the records will all be lost. We don’t have the handwritten letters like we have from, you know, the founders of the Constitution, The founding fathers. We have their letters with each other. We can see the sort of background conversation in creating the United States government. We don’t have the equivalent for the background conversation in creating the internet because it was all done on email.

Als het er toch van komt, deze ontwikkelingen documenteren, dan zo’n halfgod deemoedig benaderen? Bijv. Brian Kernighan van onder andere “The C Programming Language (1978, 1988) with Dennis M. Ritchie”? Nee dus:

Alles wat je altijd over computers wilde weten (maar nooit durfde te vragen)

Voor iedereen die niet zelf sleutelt aan computers maar toch alles wil weten van de digitale wereld, is er nu een fijn boek. Daarin duikt Brian Kernighan diep in de ‘computerijsberg’ onder de smartphones, IP-adressen en cookies.

‘Computers in onze wereld’, zo heet het vak dat Brian Kernighan al bijna twintig jaar geeft aan de Princeton-universiteit. Een wat vage naam voor een studievak geeft hij toe: hij moest het ooit binnen vijf minuten bedenken, daarna werd het lastig om nog te veranderen. In zijn collegezaal zitten geen bètastudenten, maar juist (kunst-)historici, muzikanten, of studenten economie. Voor hen is ook zijn zojuist verschenen boek Understanding the digital world; voor iedereen die niet zelf al voor de lol een computer demonteert en weer in elkaar schroeft.

Dat heb ik weer, springt dit zinnetje er uit:

Kernighan leert zijn lezers en passant de basis van JavaScript. Dat is een nog volop gebruikte programmeertaal uit 1995, gemaakt door het bedrijf achter de vroeger populaire browser Netscape.

Flufje - doet ook dingen als 10 onmogelijke kruispunten in Amsterdam - heeft wel gelijk, Kernighan is een kluns - als hij jou onhandig als hij is per ongeluk in het zwembad caramboleert praat hij gewoon door - maar hier gaat zij de fout in, alleen even in Wikipedia gekeken voor het jaartal …

Wel een beetje afhankelijk van wie je het vraagt:

Maar “nog volop gebruikte programmeertaal” doet geen recht aan de wonderlijke opmars van “Javascript”:

Yes. JavaScript rises.

It is hard to find a developer who didn’t write JavaScript code. These days ECMAScript 2015 makes JavaScript the supreme leader of the Web.

Let’s see how JavaScript rises from a complementary language back in 1995 until these days, when it becomes very popular and conquerors the client and server side web development.